Voorbeeld 1
Geertje en Roel
Roel, mijn man, heeft de ziekte van Alzheimer; eigenlijk moet ik zeggen dat we het samen hebben. Dat mijn man veel vergeet, daar heeft hij namelijk zelf niet zo’n last van, maar ik wel. Ik kan hem daarom haast niet meer alleen laten, ik vind het zo naar voor hem dat hij zo doelloos rondloopt in huis en niet meer weet wat hij wil en wat hij moet doen. Ik wil hem zoveel mogelijk helpen, maar daar raakt hij geïrriteerd door. Hij wordt soms boos op mij en daar word ik dan weer verdrietig van. Aan de ene kant heeft hij mijn hulp nodig en aan de andere kant ergert mijn hulp hem.
Ergotherapeut aan huis
Sinds kort komt er een ergotherapeut bij ons thuis. De ergotherapeut begrijpt dat de geheugenproblemen van mijn man vooral door mij ervaren worden. De ergotherapeut zoekt ook aansluiting bij mijn man, die niet begrijpt waarom anderen hem steeds ’willen helpen’. Hij krijgt het gevoel dat anderen hem willen ’dwingen’. Hij verzet zich daartegen. Begrijpelijk vanuit zijn belevingswereld.
De ergotherapeut heeft eerst een gesprek met mijn man gehad over vroeger en wat hij allemaal leuk vond om te doen. Ik vond dat mijn man veel vertelde, de ergotherapeut herhaalde steeds wat mijn man vertelde en vroeg daarop dan weer door. Het is lang geleden dat mijn man zo’n lang gesprek met iemand had gehad, hij zat echt op zijn praatstoel. In dat gesprek vertelde mijn man ook dat hij oprecht niet begrijpt waarom iedereen zich met hem ‘bemoeit’: “Laat mij gewoon mijn eigen dingen doen.” “Ik wil s’ avonds zelf de fles wijn voor mijn vrouw en mij opentrekken en toosten op ons. Dat was altijd mijn ding. En de filmpjes die ik van onze kleinkinderen heb gemaakt, bekijken. Daar ben ik trots op.” Daarna heeft de ergotherapeut mij bij het gesprek betrokken en wilde ook veel van mij weten: hoe ik het vind gaan en wat ik moeilijk vind in de situatie. Bij een volgend bezoek heeft de ergotherapeut mij adviezen gegeven hoe ik mijn man het beste kan benaderen. We hebben het stimuleren ‘zonder dwang’ geoefend. Ik heb geleerd hem anders te benaderen: dat wat ik wil zeggen, formuleer ik nu positiever.
Kleine aanpassingen zorgen voor een goed gevoel!
De ergotherapeut heeft de bediening van de videorecorder vereenvoudigd, zodat mijn man weer zelf zijn video’s kan bekijken. Ik merk dat mijn man het fijn vindt als ik hem voorstel om een video te kijken. Hij kan nu weer zelf kiezen welke band hij wil zien, hij geniet er van dat hij zelf de video aan kan zetten en het weer helemaal zelf regelt. In plaats van dat ik de video aanzet en hem zeg dat hij een video kan kijken.
Het openen van de fles wijn is ook gemakkelijker gemaakt. We hebben een zogenaamde kelneropener gekocht en die ligt opengeklapt klaar. Op die manier is het gebruik voor mijn man duidelijk en kan hij zelf het initiatief nemen, alles vinden en het zelfstandig uitvoeren.
Het lijken kleine dingen die ik veranderd heb op advies van de ergotherapeut. Ik merk dat het veel uitmaakt hoe ik mijn man benader, door de positieve benadering die ik geleerd heb van de ergotherapeut accepteert mijn man mijn hulp veel beter. Verder heb ik ook geleerd om hulp in huis te vragen. Ik ga nu weer dinsdagavond naar het koor en ik vind het heerlijk om weer iets alleen te kunnen doen. En daardoor hebben we het weer goed samen, daar ben ik zo blij mee!
Voorbeeld 2
Nathalie
Ik heb bestuurskunde gestudeerd, mooie tijd was dat: ik heb toen ook in het bestuur van de studentenvereniging gezeten. Daarna verschillende banen gehad. Ik ben getrouwd geweest, maar inmiddels gescheiden; wel daarna enkele relaties. Paar keer verhuisd. Mijn ouders en mijn broer zijn eigenlijk de constante factor in mijn leven. Mijn eerste opname is 11 jaar geleden en daarna volgden er nog veel korte en lange opnames. Je moet weten, ik heb een stemmingstoornis. Dan weer manisch, dan weer depressief. Heb ook een aantal keren op het punt gestaan er een eind aan te maken. Ik heb geëxperimenteerd met mijn medicijnen, ik vond dat ik het toch ook zonder moest kunnen. Uiteindelijk toch de knoop doorgehakt wel medicatie te nemen. Tegenwoordig ben ik aardig stabiel; ik weet op welke signalen ik moet letten en wanneer ik aan de bel moet trekken.
Reïntegreren samen met de ergotherapeut
Toen ik na een lange depressieve periode het gevoel kreeg dat het weer wat beter met mij ging, kreeg ik langzaam de behoefte om weer te gaan werken. Maar of ik dat aan zou kunnen? Ik heb mijn idee, maar ook mijn twijfels met de ergotherapeut besproken. Tijdens een arbeidsanamnese hebben we mijn wensen geïnventariseerd; mijn hart blijkt nog steeds bij besturen te liggen. We hebben een analyse gemaakt van mijn sterke punten, maar ook gekeken naar mijn valkuilen. We hebben na die analyse voorwaarden opgesteld, doelen geformuleerd en zo stapsgewijs vorderingen gemaakt. De cliëntenraad van de instelling bleek nog mensen nodig te hebben en dat heb ik aangegrepen om weer ervaring op te doen in het vergaderen. Ik vind het mooi vrijwilligerswerk. Ik evalueer regelmatig met de ergotherapeut mijn werkzaamheden voor de cliëntenraad en ik vertelde haar dat ik nog steeds blij ben met het werk, maar dat ik ook wel eens buiten dat GGZ-wereldje iets zou willen doen.
Netwerktafels
Die ergotherapeut is bezig ‘netwerktafels’ te organiseren. Ken je dat? Dat zijn maandelijkse bijeenkomsten in de wijk, ontmoetingen tussen mensen met een psychiatrische aandoening (die in die wijk wonen of daar weer willen wonen) en andere mensen uit de wijk: bewoners, middenstanders, coördinator van club- en buurthuis, eigenaar van een sportschool. Tijdens zo’n bijeenkomst gaat iedereen met elkaar in gesprek en wisselt informatie uit. Bijvoorbeeld handreikingen bieden om beter in een wijk te integreren en functioneren. Maar ook met de buurt meedenken, wijkbewoners voorlichting geven over hoe dat is: een psychiatrische aandoening (en zichtbare bijwerkingen van medicijnen). Brainstormen hoe mensen naar de gewone sportschool kunnen gaan, met iets extra aandacht. Want een psychiatrische aandoening hebben, hoeft toch niet te betekenen dat je voor altijd vastzit aan die GGZ?
Het projectteam bestaat momenteel uit een ergotherapeut, een wijkbewoner en een vertegenwoordiger uit de middenstand. Er is een vacature binnen het projectteam en deze functie past precies bij mij en het door mij gestelde doel. De bedoeling is dat ik als vaste deelnemer in die maandelijkse bijeenkomsten kom, aangezien ik via de cliëntenraad weet wat er speelt en waar behoefte aan is. Ik vind het wel spannend, maar ik weet dat ik het kan.
We hebben subsidie aangevraagd bij een stadsdeel, die gaat bekijken of de aanvraag past binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning. We hebben samen een mooi voorstel ingediend: “Netwerkontwikkeling voor jongeren met complexe psychosociale problematiek”.
Voorbeeld 3
Manager Fysieke Distributie
Ik ben manager Fysieke Distributie van AQUA Products. Ons bedrijf is leverancier van sanitair; we kopen binnen en buiten Europa in en verkopen onze producten door naar badkamerspeciaalzaken en winkels. Bij de magazijnmedewerkers van ons bedrijf was een toename van fysieke klachten waarneembaar tijdens het uitvoeren van werkzaamheden in het magazijn. Ik verwachtte problemen in de toekomst, zoals een hoger ziekteverzuim door arbeidsgerelateerde klachten. Om dit vóór te zijn, besloot ik advies in te winnen bij een adviesbureau van een ergotherapeut die daarin gespecialiseerd is.
Ergotherapeut op de werkvloer
Kwaliteit van arbeid vertrekt vooral vanuit het perspectief van de medewerkers. De ergotherapeut peilde de tevredenheid bij medewerkers over alle aspecten van de werksituatie: de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsverhoudingen en hun arbeidsomstandigheden. Hij onderzocht de ervaren belasting en fysieke klachten van de magazijnmedewerkers via een enquête(meertalig). Aan de hand van die gegevens heeft hij de medewerkers geobserveerd terwijl ze aan het laden en lossen waren en in het magazijn aan het werk waren. Daarna kreeg ik een analyserapport waarin de aspecten beschreven werden, die in relatie stonden met de fysieke klachten. Die analyse is ook door hem gepresenteerd aan de medewerkers, zodat ze betrokken bleven in het proces.
We blijken binnen het bedrijf een prima werksfeer te hebben, de medewerkers waarderen het dat tijdens instructies en personeelsgesprekken gebruik wordt gemaakt van een tolk. Maar de magazijnmedewerkers voelden zich niet gewaardeerd en ervaren veel tijdsdruk. Veel werknemers hadden lage rugklachten, schouder- en nekklachten door het tillen van zware last en aanhoudende slechte werkhouding.
Taakroulatie
De ergotherapeut had met zijn adviezen rekening gehouden met kosten/baten, regelgeving en praktisch uitvoerbare oplossingen die de werknemers ook zagen zitten.
De meeste fysieke klachten hadden te maken met repeterende bewegingen tijdens het picken in de stellingen en het inslaan en uitslaan van producten en palets insealen. Taakroulatie blijkt een werkbare oplossing, zodat niet steeds dezelfde spiergroepen belast worden. Een paar werknemers moeten dus nu geschoold worden om elkaars taken te kunnen doen, maar die kosten vallen weg tegen de kosten ge-paard gaande met ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en personeelsverloop. Tijdens functioneringsgesprekken kunnen ze aangeven waar hun interesse ligt. Helaas kunnen we weinig doen aan het inpakken van de vrachtwagens in het buitenland. Onze werknemers treffen soms onmogelijke opstapelingen aan, maar de lading moet wel gelost worden.
Implementatie van adviezen
Eindproduct van het ergotherapeutisch consult was een analyse- en adviesrapport en een implementatieplan. Tijdens een brainstormbijeenkomst betrok de ergotherapeut de medewerkers bij het bedenken van oplossingen, en daardoor is de implementatie van enkele veranderingen in het bedrijf eigenlijk heel voorspoedig verlopen. Bovendien voelen de medewerkers door de functioneringsgesprekken en de inspraak tijdens het hele proces zich meer gewaardeerd. We hebben die ergotherapeut nog een keer gecontracteerd voor in het najaar; dan gaat hij met een tolk de werknemers een tilcursus geven. Hij geeft die cursus in ons bedrijf, met de materialen waarmee de medewerkers moeten werken.